De week van een Neerlandicus

Deze week weer mooie taalmomenten beleefd. De bijna 13 jarige zoon van vriendinnen overhoord voor zijn toets Nederlands. VWO, 2e klas. Figuurlijk taalgebruik. Personificaties, vergelijkingen en metaforen. Ga der maar aan staan! Verrast door deze jongeman die mij haarfijn (= zo fijn als een haar?) wist uit te leggen wat figuurlijk taalgebruik is. Kei (dialect voor “heel”) irritant deed ik er nog een schepje bovenop (wat is een “schepje er bovenop doen”?) over het hogere doel van figuurlijk taalgebruik. Toen kwamen de vergelijkingen.
Ik:           Zo vrij als een?
Hij:         Vogel
Ik:           Zo fit als een?
Hij:         Ja wacht, ik weet het, uhm …. Hoentje!
Ik:           Weet je ook wat een hoentje is?
Hij:         Nope
Ik:           Ander woord voor kip
Hij:         Oké
Ik:           Zo nijdig als een?
Hij:         …….
Ik:           Zo nijdig als een?
Hij:         …… uhmmmm
Ik:           Deze slaan we over
. Even opzoeken hoor. Oh nou, als een spin.
Hij:         Oké

Die laatste vergeten hij en ik nooit meer. Kom ik er net achter dat er ook een uitdrukking “Zo nijdig als een stier” bestaat. Anyway, de avond ervoor hadden diezelfde jongeman en ik een gesprek over het nut van onderwijs en de inhoud van het curriculum NL’s. Motivatie dingetje zeg maar. Tja, what’s the use om oude uitdrukkingen en gezegdes te leren? En dat “spin” wel goedgekeurd wordt en “stier” niet?

Touwtjes en doekjes
Precies over dat onderwerp had ik het maandag al met mijn Tio studenten. Mooi om ook met deze doelgroep de dialoog aan te gaan over de noodzaak en onzin van onze “ouderwetse” manier van taalgebruik. Iets van mama’s en opa’s of juist leuk om met figuurlijk taalgebruik iets duidelijk te maken? Nog voordat ik met het lijstje uitdrukkingen wilde beginnen, zei een student het volgende.
“Nou mevrouw, ik wil er wel iets over zeggen. U kent me. Ik bind er namelijk geen touwtjes om.”

Ik heb hardop gelachen en de studenten meteen laten weten dat dit toelachen en blij lachen was. Ik werd serieus aangekeken door vele oogjes, iedereen wist toch wat deze student bedoelde? Ook ik. Toen ik zei dat de uitdrukking toch net wat anders was, namelijk iets met doekjes en omwinden, was onze algemene conclusie:
“Maar we weten wel wat deze student wilde zeggen.”

En zo is het! Taal mag veranderen, taal mag zich ontwikkelen. Taal heeft het nodig om te leren leren. Dat doen wij namelijk allemaal, dus waarom houdt onze taal ons niet bij?

Neerlandicus Loes live & Learn houdt van alle talen en vooral van taal die raakt en bij blijft! Daar windt Loes geen doekjes om ????

Je las een verhaal van Marloes

Reageren mag altijd door mij een email te sturen en delen mag ook. Wat ook mag, is doorklikken naar het aanbod op de website:

Training & Coaching

Ontvang de nieuwste verhalen in je inbox

Ik beloof je dat ik zorgvuldig met je gegevens om zal gaan. Je kunt je op elk gewenst moment uitschrijven.