Op Hogeschool Tio geef ik les. Als Neerlandicus heb ik tussen het tijdstip van afstuderen in 1996 en 2013 bar weinig gedaan met deze professie. Uiteraard heb ik het in al die jaren, en daarvoor, niet nagelaten om iedereen en alles de hele dag door te verbeteren. Het echte lesgeven van onze prachtige taal doe ik echter pas sinds 2 jaar.
Soms twijfel ik of ik mijn eigen bedrijf, Loes Live & Learn, wel moet combineren met 1 dag docentschap. Toch, als ik mezelf die vraag stel of met vrienden hierover doorpraat, kom ik altijd tot dezelfde conclusie. Ik vind het gewoon gaaf om met jongeren bezig te zijn. Ik vind het gewoon geweldig om hun ambities en dromen mee te maken. Ik vind het gewoon super om een heel klein beetje aan de zijlijn van hun ontwikkeling te staan.
En ik vind het nodig dat ze de Nederlandse taal ietwat beheersen. Al ben ik een roepende in de woestijn. Het gaat niet goed met de Nederlandse taal van onze jeugd. Misschien gaat het juist heel goed daarmee, maar doen wij als oudere generatie te moeilijk.
Het rijk, Cito, referentiekaders, Groene- en Witte boekjes, Meneer Van Dale, spellingcontroles, oude uitdrukkingen en gezegdes, leenwoorden (ik heb gedeletet en hij deletete) en ga zo maar door. Het vak Nederlands is niet populair. Ik krijg het belang maar moeilijk over de bühne. Het zou wellicht helpen als werkgevers het belang van correct Nederlands onderschrijven. Maar ja, worden daar niet net zoveel fouten gemaakt als die ik er nu net uit probeer te krijgen?
Ik ben tentamens aan het nakijken. Tentamens “Schrijven van zakelijke of wervende teksten”.
Top 10 fouten
- ik gebruik geen hoofdletters punten en komma’s want ik vind dat je gewoon moet snappen wat ik schrijf en dat je moeilijk doet Nederlands is sowieso veels te moeilijk
- U kunt u eigen inschrijven.
- Ik hoop dat ik u hiermee voldoende geïnformeerd geraakt te hebben.
- Zakelijk schrijven: “Zorg dat je bij deze vet coole presentatie bent”, het zou echt stom zijn als je er niet bent” (Locatie, datum en tijdstip van de presentatie worden nergens genoemd)
- Na afloop van een tentamen hoor ik de studenten tegen elkaar zeggen: “jij zult het vast veel beter gemaakt hebben als mij”.
- Of: “Hun kwamen te laat het lokaal binnen”.
- “U” en “jij” door elkaar gebruiken in een zakelijke tekst.
- “Zij glijt uit”. Brabantse studente die verontwaardigd tegen me zegt dat ze de regel heeft toegepast: stam + t. Glijen heeft als stam glij.
- Een zin beginnen, maar vervolgens niet afmaken, want een samengestelde zin is nou eenmaal te moeilijk voor velen.
- Verkeerde voorzetsels: “in samenwerking voor”, “onder leiding met”, “ik zie uit op u(w!!!) reactie”.
Vanaf september ga ik er weer vol goede moed tegenaan. Met moed, want het moet!